Hergebruik van textiel levert een aanzienlijke CO2- en waterbesparing op in vergelijking met de productie van nieuwe kleding. Het milieueffect van hergebruik ligt maar liefst zeventig keer lager, zelfs met inachtneming van de wereldwijde export voor hergebruik.
EuRIC, de Europese federatie van bedrijven die zich bezighouden met hergebruik en recyclage van textiel, onderzocht de markt rond gebruikt textiel. Tegen 2030 kan de hoeveelheid gescheiden ingezameld textiel oplopen tot 8,5 à 9 miljoen ton. Momenteel wordt ongeveer 50 tot 75 procent van het ingezamelde textiel hergebruikt, terwijl 10 tot 30 procent wordt gerecycleerd.
Verplicht sorteren
Ongeveer 62 procent van gebruikte kleding en textiel belandt bij het huishoudelijk afval. Dat betekent dat waardevol textiel verbrand of gestort wordt. Om dit te voorkomen, lanceerde de EU enkele maanden geleden haar strategie voor duurzaam textiel waarbij ze de lidstaten verplicht om tegen 2025 textiel gescheiden in te zamelen.
Uit de levenscyclusanalyse van hergebruik in vergelijking met een nieuw product blijkt dat de milieu-impact van hergebruik voor stukken van hoogwaardig en gemiddelde kwaliteit veel lager ligt dan de productie van een nieuw kledingstuk. De milieu-impact van nieuwe kleding ligt zeventig hoger dan die van hergebruikte stukken. In termen van CO2-equivalenten bespaart het hergebruik van kleding ruim 3 kilogram CO2 per kledingstuk. Bovendien vraagt hergebruik slechts 0,01 procent van het waterverbruik dat gepaard gaat met de productie van nieuwe kleding.
De impact van nieuwe kleding zit vooral in de productie van vezels en de productie op zich. De lage impact van hergebruik hangt samen met het transport naar het verkooppunt. In vergelijking met de impact van de productie van nieuwe kleding is de impact van het transport bij hergebruik echter relatief gezien zo klein dat de studie de wereldwijde markt voor hergebruik ondersteunt.
Hoge vs. lage kwaliteit
Vandaag maakt hoogkwalitatief kledingtextiel ongeveer 5 procent uit van het totale ingezamelde textielvolume. Die kleding wordt verkocht aan de West-Europese markten. Het overblijvende herbruikbare textiel – van middelmatige en laagwaardige kwaliteit – wordt verkocht aan groothandelaars die het verder sorteren en vervolgens exporteren naar de wereldmarkt. Het niet-herbruikbare deel wordt gerecycleerd tot textiel voor industrieel gebruik, isolatieproducten, beddengoed of garens.
Deze resultaten bevestigen de toppositie die hergebruik heeft binnen de afvalhiërarchie. Al heeft recyclage ook zijn voordelen, zeker als het aankomt op kleding van lage kwaliteit, die meestal volledig uit polyester bestaat.
“Deze studie onderstreept de milieuvoordelen van een wereldwijde markt voor hergebruik en recyclage van textiel om de toenemende hoeveelheden kwalitatief slechte en niet-herbruikbare kleding aan te pakken,” licht Stany Vaes, Algemeen directeur van Denuo, Belgisch lid van EuRIC, toe.
lees ook
Fashion Revolution: “Modemerken zijn nog steeds niet transparant genoeg”
Aanbevelingen
De studie bevat ook aanbevelingen voor beleidsmakers en roept op tot initiatieven die investeringen in moderne textielrecyclage-installaties wereldwijd versnellen. Met name innovatie op het gebied van vezel-tot-vezel-recyclage is essentieel om textielvezels in de kringloop te houden, aangezien de hoeveelheden niet-herbruikbare kleding drastisch blijven toenemen.
De studie wijst ook op het belang van ecodesign om de levensduur van kledingstukken te verlengen voordat deze gerecycleerd dienen te worden, en op regels voor de gedetailleerde sortering van textiel van hoge, gemiddelde en lage kwaliteit.