Naarmate gletsjers wereldwijd smelten, zal zo’n 100.000 ton aan microben vrijkomen, blijkt uit nieuw onderzoek. Wetenschappers pleiten voor oplettendheid, want er kunnen ook schadelijke varianten bij zijn.
De gletsjers op aarde hebben sinds het begin van de jaren 1990 al naar schatting 1000 miljard ton ijs per jaar verloren door de klimaatverandering. Daarin zit niet alleen water, maar ook heel wat organische stoffen, waaronder microben.
“Smeltende gletsjeroppervlakken bevatten actieve microbiële gemeenschappen, die bijdragen aan het smeltproces en bio-geochemische cycli, en die ecosystemen stroomafwaarts voeden”, zegt Tristram Irvine-Fynn van de Aberystwyth Universiteit. “Maar over die microben weten we heel weinig.”
Enorme massa
Voor de studie in Nature Communications onderzochten Irvine-Fynn en zijn collega’s daarom het smeltwater van acht gletsjers in Europa, Noord-Amerika en Groenland. Uitgaande van een klimaatscenario met een gematigde stijging van de koolstofemissies, voorspelt de studie dat meer dan 100.000 ton microben in de wijdere omgeving terecht zal komen.
“Het aantal vrijgekomen microben hangt sterk af van hoe snel de gletsjers smelten, en dus van hoeveel we de planeet blijven opwarmen”, zegt bioloog Arwyn Edwards. “Maar de massa microben die vrijkomt is enorm, zelfs bij een beperkte opwarming. Hoewel deze microben de omgeving stroomafwaarts kunnen voeden, kunnen er ook schadelijke varianten zijn.”