De Europese Commissie heeft een pakket aan maatregelen voorgesteld om de Europese plasticrecyclingindustrie te ondersteunen. Daarmee volgt ze een oproep van Nederland, gesteund door België, Frankrijk, Spanje, Luxemburg en Oostenrijk. De ingreep komt op een cruciaal moment: zonder actie dreigen faillissementen, verlies aan strategische autonomie én verdere milieuschade.
Staatssecretaris Thierry Aartsen noemt het pakket een belangrijke eerste stap. Hij wijst erop dat Europa beter nieuw plastic maakt uit eigen recyclaat dan afhankelijk blijft van fossiele grondstoffen of dubieuze import. Die redenering raakt de kern van de circulaire economie, maar staat of valt met de kwaliteit van de afvalstromen.
Plasticrecyclers onder zware druk
De Europese plasticrecyclingsector kampt met hoge energiekosten, lage prijzen voor nieuw plastic en oneerlijke concurrentie van goedkope import. Regelmatig gaat het zelfs om nieuw plastic dat als gerecycled wordt verkocht. Dat ondermijnt het verdienmodel van recyclers en zet investeringen onder druk.
Het gevolg reikt verder dan economie alleen. Als recyclers wegvallen, wordt Europa afhankelijker van fossiele plastics, terwijl plastic afval net een belangrijke binnenlandse grondstof kan zijn. Voorwaarde is wel dat die afvalstromen veilig en schoon zijn.
Schone recycling vraagt duidelijke regels
Eurocommissaris Jessica Roswall presenteerde voorstellen voor duidelijke rekenregels rond chemische recycling. Ook werkt de Commissie aan EU-brede criteria om vast te leggen wanneer plastic afval opnieuw als grondstof geldt. Dat moet een versnipperde markt samenbrengen tot één Europese markt voor gerecycleerde kunststoffen.
Die duidelijkheid is essentieel, want veilige recyclage staat onder druk door verontreinigingen zoals PFAS. Zolang schadelijke stoffen in producten blijven zitten, belanden ze vroeg of laat in afval- en recyclagestromen. Dat maakt hoogwaardige recyclage moeilijk of zelfs onmogelijk.
PFAS: de kraan moet dicht
De discussie rond plasticrecycling staat niet los van het bredere debat over ‘forever chemicals’. In Vlaanderen besliste minister Jo Brouns recent om afvalverwerker TWZ te verbieden PFAS-houdend afvalwater te lozen in de IJzer. Die beslissing, ingegeven door volksgezondheid, toont een fundamenteel probleem: PFAS komen afvalverwerkers binnen via producten en komen vrij bij verwerking of verbranding.
Zonder structureel beleid blijft het dweilen met de kraan open. PFAS verhinderen veilige recyclage en duwen afvalstoffen naar de laagste trede van de ladder van Lansink: verbranden in plaats van hergebruik of recyclage. Dat ondergraaft niet alleen de circulaire economie, maar verhoogt ook de maatschappelijke kosten.
lees ook
Europese plasticindustrie in crisis
Gelijk speelveld en veilige afvalstromen
De Europese Commissie wil een gelijk speelveld creëren door strengere douanecodes en monitoring van import. Dat is nodig om dumping van goedkoop nieuw plastic tegen te gaan. Maar een gelijk speelveld vergt ook productnormen die schadelijke stoffen uit de keten weren.
Zonder zulke normen blijven recyclers opgescheept met vervuilde inputstromen. Dan helpen steunmaatregelen onvoldoende, hoe noodzakelijk ze ook zijn.
Circular Economy Act als kans
Het huidige steunpakket vormt de opmaat naar de Circular Economy Act, die in de tweede helft van 2026 wordt verwacht. In dat bredere kader wil de Commissie ook de vraag naar gerecycleerde materialen versterken en investeringen aanjagen, onder meer via samenwerking met de Europese Investeringsbank.
Wil Europa echt vooruit, dan moet ze twee sporen combineren: recyclers economisch ondersteunen én de kraan dichtdraaien bij de bron. Minder schadelijke stoffen in producten betekent schonere recyclage, lagere kosten en een sterker circulair systeem.
lees ook
Het probleem met gerecycleerd plastic: een chemische cocktail
