Van 5 tot 14 augustus 2025 vindt in Genève een beslissende VN-top plaats over de aanpak van plasticvervuiling. Onderhandelaars uit 180 landen buigen zich er over een wereldwijd, juridisch bindend verdrag dat de volledige levenscyclus van kunststoffen moet omvatten, van productie tot afvalbeheer.
De top, georganiseerd door het milieubureau van de Verenigde Naties (UNEP), is de vijfde en mogelijk laatste onderhandelingsronde van het Intergouvernementeel Onderhandelingscomité (INC). De druk is hoog: een eerdere sessie in Busan (Zuid-Korea) eindigde vorig jaar zonder sterk akkoord. Daarom wordt deze conferentie door velen bestempeld als “de top van de laatste kans”.
Plasticvervuiling: een urgent mondiaal probleem
Plasticvervuiling veroorzaakt volgens wetenschappers jaarlijks meer dan 1.300 miljard euro aan economische schade. Slechts 10% van alle plastic wordt effectief gerecycleerd. De productie steeg van 2 miljoen ton in 1950 naar 475 miljoen ton in 2022. Zonder ingrijpen zou dit tegen 2060 verdrievoudigen. Het overgrote deel eindigt in het milieu, waar het langzaam afbreekt tot micro- en nanoplastics — met grote risico’s voor ecosystemen en gezondheid.
Een recente studie schat het aantal plasticdeeltjes in de oppervlaktewateren van oceanen op 170.000 miljard. Zelfs op afgelegen plaatsen zoals de Noordpool worden microplastics aangetroffen. Wetenschappers wijzen op de gezondheidsrisico’s: microplastics zijn inmiddels aangetroffen in het menselijk lichaam, zelfs in hersenweefsel.
België speelt voortrekkersrol in Genève
De Belgische delegatie, bestaande uit experts van de FOD Volksgezondheid, Buitenlandse Zaken, Departement Omgeving en OVAM, neemt een actieve rol op in de onderhandelingen. België pleit voor:
- Minder primaire productie van kunststoffen
- Verplichting tot productontwerp met oog op hergebruik en recyclage
- Internationale maatregelen over de volledige levenscyclus van kunststoffen
- Erkenning van de link tussen productie en vervuiling
Volgens co-delegatieleider Sophie Mirgaux wil België dat ook beslissingen mogelijk worden via gekwalificeerde meerderheid, om impasses zoals bij klimaatonderhandelingen te vermijden.
Internationale meningsverschillen blijven
De onderhandelingen verlopen niet zonder spanningen. Olieproducerende landen blijven terughoudend, aangezien aardolie een belangrijke grondstof is voor plasticproductie. De Verenigde Staten tonen zich eveneens terughoudend: zij willen geen verdrag dat bindende beperkingen oplegt aan industrieën. Daartegenover staat de Europese Unie, die streeft naar een halvering van plasticvervuiling binnen vijf jaar.
Experts, waaronder arts Philip Landrigan, roepen op tot actie. In The Lancet wordt plasticvervuiling omschreven als “een ernstig en onderschat gevaar” dat ziektes en vroegtijdige sterfte veroorzaakt, vooral bij kwetsbare groepen.
Symbolische acties en bewustmaking
De Belgische delegatie benadrukt ook praktische betrokkenheid. Tijdens hun reis naar Genève organiseerden ze een zero waste-picknick en een clean-upactie aan het Lac de Vouglans. Op één vierkante meter werden daar opvallend veel microplastics (zogeheten nurdles) aangetroffen, een stille maar alomtegenwoordige bedreiging.
Naar een historisch akkoord?
De inzet is groot. Een ambitieus, bindend VN-verdrag kan wereldwijd het gebruik van plastic drastisch beperken en recyclage stimuleren. Volgens sustainability-expert Diane Crowe (Reconomy) zou dit “transformatief kunnen zijn voor de circulaire economie” en bijdragen aan lagere CO₂-uitstoot en afvalpreventie.
Of het daadwerkelijk tot een akkoord komt, hangt af van het compromis tussen ambitie en haalbaarheid. België blijft inzetten op samenwerking en constructieve vooruitgang. Zoals Vlaams minister van Omgeving Jo Brouns het verwoordt: “We zijn top in recycleren, maar de uitdaging is globaal. Alleen samen kunnen we de plasticcrisis echt aanpakken.”
lees ook
Van regelgeving tot innovatie: zo tackelen nieuwe technologieën het microplasticsprobleem