CO2_tank_opvang_transport

Vlaanderen pompt 12,5 miljoen euro in CO2-opslag in Antwerpse haven

De Vlaamse regering zet mee haar schouders onder één van de grootste CO2-opvangprojecten in Europa. Het project van BASF, Air Liquide en Fluxys in de haven van Antwerpen-Brugge voorziet in infrastructuur om CO2 lokaal te transporteren, vloeibaar te maken, tijdelijk op te slaan en finaal te verschepen. Op termijn kan het project leiden tot dertig procent minder uitstoot van de Vlaamse basisindustrie en dertien procent van de totale Vlaamse uitstoot.

Het project Kairos@C zal op industriële schaal CO2 afvangen en leveren aan een CO2-transportnetwerk. Dat netwerk wordt gebouwd door Antwerp@C CO2 Export Hub, een samenwerking tussen Air Liquide, Fluxys en de Haven van Antwerpen-Brugge. Het project krijgt over een periode van 13 jaar een half miljard euro aan Europese steun. Op voorstel van Vlaams minister voor onder andere Economie, innovatie Jo Brouns (CD&V) draagt de Vlaamse overheid 12,5 miljoen euro bij aan het project.

Carbon Capture & Storage (CCS)

De infrastructuur voor Antwerp@C bestaat uit een CO2-terminal die het gas vloeibaar maakt en een CO2-pijpleiding van 20 km die verschillende bedrijven in de haven verbindt met deze exportterminal. Een nieuw schip van Kairos@C zal de vloeibare CO2 vervolgens verschepen naar opslaglocaties in het Noordzeegebied. Antwerp@C. Beide projecten zullen samen één van de grootste Carbon Capture & Storage (CCS) ketens ter wereld vormen. De deelnemende bedrijven streven ernaar om de projecten in 2027 operationeel te hebben. De afvang van CO2 op de installaties van BASF Antwerpen en Air Liquide heeft het potentieel om ongeveer 14 miljoen ton minder CO2-uitstoot te realiseren in de eerste 10 jaar van het project.

Eens de infrastructuur operationeel is, wordt verwacht dat meerdere bedrijven in de haven van Antwerpen en Vlaanderen hierop zullen aansluiten. Het is de ambitie om tegen 2030 tot 10 miljoen ton per jaar CO2-verwerkingscapaciteit aan te bieden, wat overeenkomt met een reductie van dertig procent van de uitstoot van de Vlaamse basisindustrie (de zogenaamde ‘ETS’-bedrijven die hiervoor emissierechten moeten aankopen) en dertien procent van de totale Vlaamse uitstoot. “Het engagement voor een Vlaamse cofinanciering heeft er mee voor gezorgd dat dit project in totaal meer dan 500 miljoen euro Europese steun heeft kunnen losweken via verschillende Europese fondsen”, aldus minister Brouns.

lees ook

Bedrijven moeten vanaf 2027 betalen voor CO2-uitstoot van auto’s en verwarming van gebouwen

Na vijf jaar vindt een herevaluatie plaats van de rendabiliteit, aan de hand van (onder andere) de effectief gemaakte projectkosten en uitgespaarde emissiekosten. Indien blijkt dat het project door de steun kostendekkend zou geworden zijn, moet de Vlaamse (en ook de Europese) steun terugbetaald worden. “Dit is zonder meer één van de belangrijkste investeringen waarmee onze Vlaamse basisindustrie haar CO2-uitstoot reduceert en waarmee de grootste chemiecluster van Europa zich aan het front van de klimaattransitie zet. Het is het grootste pakket steun vanuit Europa ooit voor een Vlaams project van CO2-reductie”, besluit Brouns

Nieuwsbrief

In je mailbox: aankondigingen van opleidingen, events, nieuws en inzichten over duurzaamheid.

"*" indicates required fields

This field is for validation purposes and should be left unchanged.