Het aandeel bedrijfsauto’s in ons land dat rijdt op diesel is vorig jaar weer flink gedaald. Minder dan de helft (43,7 %) is aangedreven door die brandstof. Dat is een met 14 procent want een jaar eerder bedroeg het aandeel nog 57,8 procent. De cijfers staan in de jongste mobiliteitsbarometer van Acerta.
Volgens de HR-dienstverlener ligt de oorzaak van de sterke daling bij de elektrische auto, schrijft persbureau Belga. Het aandeel van de volledig elektrische wagens verdrievoudigde in een jaar tijd, tot 10,1 procent. Ook hybride wagens blijven in populariteit toenemen. Het marktaandeel hybrides op benzine steeg fel (+ 78,6 % tot 15,7 %), de dieselvariant moet het stellen met een beperktere groei (+ 26,4 % tot 1,4 %). Het aandeel van traditionele benzinebedrijfswagens tot slot bleef nagenoeg stabiel op 28,8 procent.
Fiscaal voordeel geschrapt
Dieselwagens maakten traditioneel de grootste groep uit onder de bedrijfsauto’s. Dat kwam omdat ze meer kilometers kunnen afleggen en een grotere restwaarde opleveren in vergelijking met benzinewagens. In 2018 palmden de dieselwagens nog 85,5 procent van het bedrijfswagenpark in, benzineauto’s waren goed voor ‘amper’ 13,9 procent. Het aandeel van dieselwagens daalde sindsdien gestaag. Dat het aandeel nu voor het eerst onder de helft zakt komt volgens Acerta onder meer door de beslissing van de overheid om vanaf 1 januari 2026 het fiscaal voordeel te schrappen voor bedrijfswagens op fossiele brandstoffen.
Nog volgens de mobiliteitsbarometer beschikt 23,5 procent van de bedienden vorig jaar een bedrijfswagen. Dat aandeel blijft de laatste jaren toenemen (23% in 2022). De auto verliest wel een beetje terrein ten opzichte van andere vervoersmiddelen, wat betreft woon-werkverkeer. Werknemers gebruikten de wagen bij 77,6 procent van alle verplaatsingen, voor minstens een deel van het traject. Dat is een kleine daling in vergelijking met een jaar eerder (78,3 %). 54,3 procent nam uitsluitend de auto om naar het werk te gaan, tegenover 57,6 procent in 2022.
lees ook
1 op 6 werknemers krijgt fietsvergoeding
Acerta merkt op dat vooral de (elektrische) fiets en step aan populariteit winnen. Vier op de tien werknemers legt er minstens een deel van het pendeltraject mee af. Meer dan twintig procent combineert dat vervoersmiddel met de auto en 15 procent legt het volledige traject ermee af. Opvallend, slechts een klein aandeel combineert fiets of step met het openbaar vervoer. Toch neemt het aandeel werknemers dat de trein, tram of bus neemt toe tot 8,5 procent. Daarmee ligt dat aandeel weer op het niveau van voor de coronapandemie, toen 8,3 procent van het woon-werkverkeer minstens voor een deel met het openbaar vervoer gebeurde.
